Probe handling and skills

video

Echoprobe handling skills

Welkom bij de online module over ‘probe handling’ binnen de echografie. 

Deze online module is bedoeld voor de cursisten van de basisopleiding om je alvast bekend te laten worden met de veel gebruikte termen binnen de echografie als het gaat om probe handling, een term gebruikt voor de verschillende bewegingen die je kun maken met de echo probe.

Tijdens de opleiding zien wij namelijk de meest exotische handvattingen en probe bewegingen, echter zijn deze niet altijd even praktisch.

Wij raden aan om deze video te bekijken met een collega samen en het echo apparaat er bij te pakken. Zet de video af en toe stil om het geleerde meteen live uit te proberen, dat verhoogt het leereffect van deze online module.

Vasthouden van de probe

Allereerst geven we tijdens deze module een advies, gaande weg ga je een eigen manier vinden om te scannen en zul je uitvinden wat voor jou het beste werkt in de praktijk.

Omdat het echografisch onderzoek een dynamisch onderzoek is op een steeds veranderende ondergrond en deze ook nog eens glibberig is door contact met de echogel is het een noodzaak de probe goed vast te houden.

Zoals we hier zien wordt de probe te hoog of te los vastgehouden waardoor deze snel kan verschieten wat het onderzoek bemoeilijkt.  Natuurlijk kun je de probe ook veel te krampachtig vasthouden zoals in de middelste foto onderin.

Contact met de patiënt

Essentieel voor een stabiele scan is dat de hand die de probe vasthoudt ook contact maakt met de patiënt. Door contact te houden met de huid creëer je een stabiel platform waarin je je probe goed kunt vasthouden en controleren tijdens bewegingen.

De pink of de pinkmuis zijn tijdens het scannen vaak de belangrijkste ‘stabilisatoren’. Let maar eens op tijdens de opleiding hoe de ervaren echografisten hun probe vasthouden.

Waar nodig kun je ook met twee handen tegelijk scannen voor extra stabiliteit, handig bijvoorbeeld bij dynamische scans waarbij de patiënt een beweging maakt en de je de probe heel stabiel moet houden.

Wil je weten of je het goed doet? Als je handen aan het einde van een onderzoek nog schoon zijn dan heb je het niet goed gedaan. Bij het afronden van een onderzoek dienen je handen goed onder de gel te zitten!

Bewegen van de probe

Vanuit een stabiele probe handvatting gaan we door het bewegen van de probe op zoek naar het beste plaatje. Als beginner is het vaak lastig om te bepalen welke bewegingen je moet maken om het beeld scherper te krijgen. Om dit te vereenvoudigen hebben we de verschillende bewegingen even op een rij gezet.

De verschillende bewegingen zijn slide, rock, rotate, tilt en compres welke zich vrij vertalen in glijden, schommelen, roteren, kantelen en druk.

Probeer als beginner een beweging per keer te maken en analyseer wat er gebeurt met het beeld. Geeft je beweging niet de gewenste verbetering van je beeld? Probeer dan een andere beweging uit te voeren.

Merk ook op de manier waarop de probe wordt gehanteerd op de foto’s. De scannende hand houdt overal contact met de patiënt met de pink en de pinkmuis!

Sliding of glijden

Met Sliding, oftewel glijden of schuiven, bedoelen we de probe over de huid laten glijden totdat de juiste positie is gevonden. Meestal ga je door het glijden op zoek naar een benig referentiepunt van waaruit je dan weer verder kunt gaat zoeken naar de anatomische structuur die je wilt gaan beoordelen. Wanneer je op de juiste locatie zit dan ga je vanuit deze positie de andere handelingen uitvoeren.

In de video wordt er een cilindrische structuur afgebeeld die dwars wordt aangescand. Zoals je hebt kunnen zien worden er glijbewegingen gemaakt in twee richtingen en je ziet wat er echografisch gebeurt. Het echobeeld lijkt in deze video wel op een bloedvat, dus als eerste oefening zou je nu eens je arteria brachialis kunnen aanscannen om dit te oefenen. Deze arterie ligt ventraal in je elleboogplooi. Scan hem eens dwars aan en maak eens de twee glijbewegingen zoals in de video.

Rocking of schommelen

De volgende beweging is ‘rocking’ oftewel het schommelen van de probe. De schommelbeweging maken we in het verlengde van de probe. Merk op hoe dit je opname kan veranderen m.b.t. de structuren die we scannen. Ook dit zou je weer bij de arterie kunnen uitproberen met je eigen echo apparaat.

Om vanuit een dwarse opname een lengte opname te krijgen roteren we de probe 90 graden om zijn as. In de video is dan te zien dat het echobeeld verandert van een ronde structuur in een langwerpige structuur. Dit gebeurt hetzelfde bij lange cilindrische structuren zoals pezen. Deze beweging zou je bijvoorbeeld eens op de achillespees kunnen uitproberen.

Tilting of kantelen

Tilting is een veel gebruikte techniek om anisotropie te voorkomen en de structuur loodrecht aan te scannen. Wanneer je structuren zoals zenuwen of pezen niet loodrecht aanscant worden ze hypo-echogeen door het natuurkundige fenomeen anisotropie.

Hier zien we de zenuw in beeld en zie het toe en afname van echobeeld tgv het kantelen of tilten van de probe.

Waar je dit fenomeen ook heel goed ziet is bijvoorbeeld bij een dwarse scan van de bicepspees in de sulcus of bij de achillespees. Dit kun je ook eens uitproberen met je eigen echo apparaat.

In deze weergave zien we wat tilting ook kan doen voor je opname van in dit geval ronde structuren zoals een bloedvat en een zenuw. Scannen we deze loodrecht aan zullen deze ook perfect rond worden weergegeven. Gaan we echter de probe tilten en daarmee het scan vlak veranderen krijgen we een meer ovale opname van dezelfde vaat- en zenuwstructuren.

Compressing of drukken

Compress of druk gebruiken we om te beoordelen of een structuur indrukbaar is. Hier zien we 3 vaten waarvan er 2 indruk baar zijn en 1 niet. Een arterie kunnen we niet indrukken en zal duidelijk gaan pulseren bij compressie. Een vene zal onder lichte probedruk al snel collaberen. Wil je dit ook eens live zien? Scan dan je arteria radialis ventraal ter hoogte van de distale radius. Als het goed is liggen er mediaal en lateraal t.o.v. deze arterie twee venen. Zet druk met je probe en kijk maar eens wat er gebeurt!

Hier zien we een mooi voorbeeld dat teveel druk ervoor kan  zorgen dat we een gevulde bursa missen. Bij een gevulde bursa wil je de druk dus minimaliseren. Bij mensen met veel onderhuids vetweefsel kan het zinvol zijn juist wel druk te zetten en het vetweefsel te comprimeren. Dit geeft een scherper beeld van de onderliggende structuren. Nadeel is dan natuurlijk wel weer dat je een eventueel aanwezige bursa dichtdrukt. Tijdens het onderzoek zul je dus moeten spelen met de druk van je probe.

Fish tailing of roteren

Bij het maken van een lengte opname van een structuur is het belangrijk dat je probe er goed in de lengte op staat. Soms is het handig om daarbij de ‘fish tailing’ techniek te gebruiken. Dit is een internationaal gehanteerde term en we zullen uitleggen wat we hiermee bedoelen door het scannen van de bicepspees in de sulcus. In de foto is te zien hoe de probe er mooi in de lengte op staat voor een mooie lengte opname van de pees.

Nu zie je bijvoorbeeld dat de probe schuin op de pees staat. Proximaal zul je dus een echobeeld zien van de bicepspees, maar distaal zit je op de humerusschacht. Wanneer je nu de probe zou ‘roteren’ , dan krijg je het omgekeerde te zien. Je zult hier dus een iets andere beweging moeten maken dan zuiver roteren en dat doen we middels fish tailing.

Fish tailing houdt in dat we de probe om een vast punt proximaal of distaal roteren om op deze manier de volledige lengte van de te scannen structuur in beeld krijgen. Je houdt dus de ‘kop’ van de vis op dezelfde plek, maar met de staart van de vis ga je heen en weer bewegen alsof de vis zwemt.

Om het te verduidelijken zullen we het eens met een echte echo voordoen.  Hier zien we de bicepspees in de lengte gescand. Op deze echo-opname zien we de lengte van de pees over de volledige breedte van het scherm. Links is in dit geval proximaal en rechts is distaal. De pees staat er nu in zijn volle glorie op.

In het beeld rechts zien we dat de probe niet over zijn hele lengte op de pees staat. Proximaal wel maar distaal niet. In het echobeeld links zien we dus proximaal in beeld een deel van de bicepspees, maar distaal lijkt deze in het bot te verdwijnen. Als we dan gaan fish tailen dan krijgen we de gehele pees te zien.

Hier zien we het tegenovergestelde. Hier zien we distaal de pees in beeld en gaan we fish tailen met de proximale einde van de probe totdat we wederom de volledige lengte opname hebben van de pees. De omgekeerde fish tail beweging.

Dank voor jullie aandacht en ga snel je nieuwe skills uitproberen!

Lukt het allemaal niet in een keer? Geen zorgen, uiteindelijk komt het allemaal goed als je maar oefent!

Veel oefenen is immers het geheim om een goede echografist te worden!

Succes!