Regeneratieve interventies voor tendinopathieën (1/3)

video

Regeneratieve interventies voor tendinopathieën

De behandeling van tendinopathische klachten bestaat uit drie componenten. Interventies gericht op een regeneratie, interventies gericht op het vergroten van de lokale belastbaarheid en load management.

In deze module gaan we dieper in op regeneratieve interventies. In de volgende twee modules staan we stil bij de andere componenten.

Fysiologisch herstel van tendinopathieën

Het fysiologisch herstel kan bij een tendinopathie wel tot 12 maanden duren vanaf de start van het herstelproces. Dit betekent niet dat iemand perse 12 maanden moet behandelen of dat de patiënt 12 maanden symptomatisch is.

Afhankelijk van de ernst van de klachten, het stadium van de tendinopathie en de belastbaarheid van het weefsel neemt functioneel herstel vaak minstens 6 tot 10 weken in beslag. Dit betekent dat patiënten binnen 6 tot 10 weken na de start van de behandeling adl klachtenvrij zouden moeten zijn en weer zijn begonnen met sporten.

In de meeste gevallen, en zeker wanneer er sprake is van een sportspecifieke hulpvraag, duurt het echter wel drie tot zes maanden voordat iemand volledig klachtenvrij is.

Bij sporters met een forse tendinopathie kunnen de klachten zelfs tijdens het hele herstelproces op de achtergrond aanwezig blijven.

Herstel van een tendinopathie is dus een proces wat tijd kost maar wel vaak een gunstige uitkomst heeft. 70 tot 80 procent van de patiënten herstelt dan ook conservatief mits de optimale behandelstrategie wordt gekozen.

Herstel van een tendinopathie kent 3 fases

Wanneer we verder inzoomen op de tijdlijn van herstel, kunnen we dit proces bij een tendinopathie indelen in drie fases remodellatie, consolidatie en maturatie. Dit is vergelijkbaar met de algemeen bekende fases van bindweefselherstel.

Remodellatie

In de 1e fase, de remodellatie fase, staat regeneratie centraal. Er moet nieuw collageen weefsel geproduceerd worden om de verzwakte degeneratieve pees te versterken. Dit gaat niet vanzelf en hierdoor kunnen mensen vaak jaren met tendinopatische klachten rondlopen.

De meest efficiënte manier om dit proces op te starten en te ondersteunen is middels een regeneratieve interventie. Hierbij kun je denken aan shockwave therapie, percutane electrolyse of prp-injecties.

Hoewel de effectiviteit en werkingsmechanisme verschillen van elkaar hebben alle regeneratieve interventies tot doel om weefsel productie te stimuleren en het herstelproces bij een tendinopathie op te starten. Deze interventies zijn dan ook het meest effectief in de eerste zes weken.

Consolidatie

Bij normaal verloop in de revalidatie komt de pees pas na zes weken in de consolidatie fase terecht. In deze fase hebben interventies gericht op regeneratie slechts een beperkte toegevoegde waarde.

In de medische en fysiotherapeutische zorg hebben we een kast vol interventies beschikbaar voor de behandeling van tendinopathische klachten. Welke interventie je uiteindelijk kiest is afhankelijk van een aantal factoren.

Vanzelfsprekend spelen je eigen expertise en beschikbaarheid van bepaalde interventies een grote rol. Daarnaast kunnen we op basis van literatuur ook een hiërarchisch onderscheid maken tussen de verschillende interventies.

Op de onderste plank vinden we interventies die alleen symptoombestrijdend werken. Denk aan medicatie, injecties, cryotherapie, fricties, rekoefeningen, massages etcetera. Goedkope en breed beschikbaar interventies zonder bewezen lange termijneffecten en zonder regeneratieve werking.

Op het middelste niveau vinden we interventies terug die regeneratie en een lange termijn effect tot doel hebben, maar waar nog wel kanttekeningen bij geplaatst moeten worden. Voor prp en percutane electrolyse is dat vanwege evidentie. Voor opereren is dat vanwege de invasiviteit, lange herstelduur en de hoge kosten.

Op het hoogste niveau vinden we interventies terug die een regeneratief lange termijn effect beogen en waarvan het breed is aangetoond in de literatuur dat dit effect op een veilige en efficiënte manier bereikt wordt. Momenteel is shockwave therapie de enige interventie waarvan we dat met zekerheid kunnen zeggen.

Als we dan de drie eerder genoemde interventies met elkaar gaan vergelijken moeten we dit beeld eerlijkheidshalve iets verder nuanceren. Er is namelijk weinig tot geen direct vergelijkend onderzoek tussen de verschillende interventies.

Het meeste onderzoek is er naar shockwave therapie en prp injecties gedaan. Percutane electrolyse is een veel nieuwere therapievorm waar derhalve nog aanzienlijk minder evidentie voor is. Gaan we dan nog de uitkomst en kwantiteit van onderzoek combineren dan is de conclusie dat shockwave bij tendinopathieën de eerste keus verdient gevolgd door percutane electrolyse.

Beide interventies verdienen op basis van effectiviteit momenteel de voorkeur boven prp injecties. Welke keuze uiteindelijk gemaakt wordt is natuurlijk afhankelijk van expertise en beschikbaarheid. Niet iedereen heeft deze keuze in de praktijk en kiest automatisch voor shockwave therapie of voor percutane electrolyse.

Daarnaast kan ook de voorkeur van de patiënt natuurlijk een rol spelen. Zoals al eerder geconcludeerd passen deze regeneratieve interventies het beste in de eerste zes weken, het remodellatie stadium. Echter is het herstelproces daarna nog niet klaar.

Het is dan ook niet realistisch om iemand te blijven shockwaven tot hij of zij volledig klachtenvrij is. Een beter doel zou zijn om iemand adl klachtenvrij te krijgen binnen de eerste zes weken van de behandeling. De rest van het proces moet ondersteund worden door andere interventies, in het bijzonder oefentherapie.

Dit is dan ook het thema van het tweede deel van de online module.