Knie anatomie ventraal deel 1 - Benig en VKB

video

Ventraal 1 - VKB/OSTEOLOGIE

Welkom bij deze online module anatomie van het kniegewricht. We bespreken met name de anatomie die relevant is voor het basis echografisch onderzoek.

De patella als startpunt

We beginnen met de benige anatomie aan de ventrale zijde, de femur, tibia en de patella. De patella is een belangrijk referentiepunt en startpunt voor de meeste scans. Bij het maken van een echo is het altijd handig om te starten vanaf een vast botpunt en dan verder te scannen naar de regio die je in kaart wilt brengen.

Naast dat het een fijn vertrekpunt is voor je scans zit de patella echter ook in de weg voor het beoordelen van het kraakbeen.

Kraakbeen condylen

Op dit ventrale aangezicht van de knie krijgen we zicht op vrijwel al het kraakbeen van de condylen omdat de patella verwijderd is.

Bij een patiënt is dit echter enigszins lastig te bewerkstelligen en zal de patella het zicht op de condylen beperken.

Wanneer we de knie echter in een maximale flexie zetten dan zal de femur zich van de patella wegdraaien waardoor de patella t.o.v. de femur meer naar caudaal komt te liggen. Zo kunnen we toch een groot gedeelte van de condylen beoordelen.

Op het middelste beeld is te zien welk gedeelte van de condylen we goed kunnen beoordelen en daarnaast zien we het corresponderende echografische beeld.

De vormen van de condylen zijn duidelijk zichtbaar en de dikke hyporeflectieve laag die op het corticale bot ligt is het kraakbeen. Gemiddeld is dit kraakbeen ter hoogte van de intercondylaire groeve zo’n 2.7 mm dik bij vrouwen en 3.5 mm bij mannen.

Kraakbeen patella

Het kraakbeen aan de onderzijde van de patella kunnen we niet goed beoordelen. We kunnen immers niet door het bot heen scannen.

Echter, wanneer men de knie in een volledige extensie brengt dan is de spanning van de patella af. Het is dan mogelijk deze een beetje te kantelen naar mediaal.

Wanneer de transducer dan vanaf de mediale zijde in het transversale anatomische vlak wordt geplaatst dan is er een klein gedeelte van het kraakbeen zichtbaar. Dit is niet voldoende om heel betrouwbare uitspraken te doen tenzij er een forse afname is van het kraakbeen.

Voorste kruisband

De VKB is gedeeltelijk te visualiseren ter hoogte van de aanhechting op de tibia. Echter, gezien de hoek waarmee deze band in het kniegewricht ligt is het onmogelijk om deze loodrecht aan te scannen. De VKB is dus door zijn ligging heel gevoelig voor anisotropie en gecombineerd met het feit dat we maar een klein gedeelte ervan kunnen zien maakt dat voorste kruisbandletsels geen indicatie zijn voor een echografie. Aan de ene kant jammer, maar de keerzijde van de medaille is dat dit een van de weinige aandoeningen is waarvoor we juist hoog betrouwbare klinische test hebben!